Waar maak ik de kruidentuin in de keuken?
Voor het uitkiezen van de locatie waar je de kruidentuin in de keuken maakt heb je een aantal dingen om rekening mee te houden. Ten eerste wil je dat er genoeg zonlicht is. Dit is een essentieel onderdeel van het groeien van een plant. Zonder zonlicht heb je geen kruidentuin in de keuken. Check dus eerst hoe dicht jouw keuken bij de ramen staat. Hoe korter de afstand tot het raam, hoe beter. Zorg er ook voor dat er genoeg lichtinval is. Heb jij bijvoorbeeld liever altijd de gordijnen dicht? Dan is je eigen planten kweken misschien niet iets voor jou.
Voordeel is wel dat de meeste soorten niet moeilijk doen wanneer ze eenmaal genoeg zonlicht en water krijgen. Kruidensoorten staan erom bekend dat ze best snel groeien. Je hebt dus niet veel nodig om je eigen maaltijden aan te vullen met heerlijke smaakmakers.
Een keuken in de volle zon is het beste, bijvoorbeeld op het zuiden. Daarna kun je half schaduw ook gebruiken. Als je kamer minder zonuren dan dit krijgt wordt het lastig om succesvol een kwekerij te beginnen. Hierbij maakt het niet uit waar ze staan zo lang er maar een constante binnenklimaat is van temperatuur en licht. De vensterbank is bijvoorbeeld een prima optie als je in je huis niet zo veel ruimte meer over hebt.
Veel soorten verspreiden een sterke geur. Ben je geen fan van luchtjes in je huis kun je beter de kruidentuin niet in de keuken, maar buiten de deur maken.
Hoe krijg je extra ruimte in de keuken?
Het kan soms een uitdaging zijn om genoeg ruimte te vinden als je al zo weinig hebt om mee te werken. Een kruidentuin in de keuken neemt gelukkig niet veel ruimte in beslag. Bovendien zijn er veel manieren om toch nog net wat extra ruimte te krijgen voor je plantjes. Wat dacht je bijvoorbeeld van een verticale kruidentuin?
Al met een paar potten heb je voldoende. Check daarom van tevoren ook goed welke kruiden jij vaak in je eten verwerkt. Op basis hiervan neem je plantjes die het beste aansluiten op jouw kookvoorkeuren.
Een paar extra planken kan natuurlijk ook, zeker als je ze in de keuken hebt hangen. Dan heb je ze altijd dichtbij om te plukken voor een vers gerecht. Andere opties zijn een dieper keukenblad maken zodat je net die extra rand kan gebruiken om een paar bakken en potten neer te zetten. Of gewoon op de vensterbank.
Welke kruidensoorten plaats je waar in de keuken?
Soms moet een kruidentuin in de keuken in de volle zon staan en soms is het beter om in de half schaduw te staan. Welke soorten horen waar? Zo zijn basilicum, rozemarijn, tijm, oregano en salie geschikt om helemaal in de zon te staan. Deze hebben veel zonlicht nodig en in Nederland kun je er niet genoeg van geven.
Planten die ook met minder kunnen zijn munt, bieslook, peterselie en kervel. Dit betekent dat je ze bijvoorbeeld wat dieper in de keuken kan zetten of kan gebruiken als je een keuken hebt die op het oosten of westen staat. Een kamer met het zogeheten half schaduw is prima voor deze soorten.
Wat doe ik als er niet genoeg zonlicht is voor de kruidentuin in de keuken?
Er zijn genoeg mogelijkheden om extra zonlicht te creëren voor je kruidentuin in de keuken. Omdat de meeste moestuinen van deze aard kleinschalig zijn, is het makkelijk om een kunstlicht installatie te nemen. Je hebt meestal maar een paar lampen nodig om genoeg te hebben voor je hele tuin.
Er zijn complete installaties waarbij je de bakken krijgt om de planten in te zetten met daarboven al gemonteerde kunstlicht lampen. Daarnaast kun je ook zelf iets maken met een paar potjes, een rails en eigen gemonteerde kunstlicht lampen. Waar het om gaat is dat er genoeg (kunst)licht in de kruidentuin komt.
Pas op met koud water gebruiken
Een kruidentuin in de keuken kan je snel kapot maken door koud water direct uit de kraan te gebruiken. De planten die dit water over zich heen krijgen kunnen een schrikreactie hebben. In de natuur zijn de blaadjes ook kwetsbaar tegen koude winden en koude neerslag. Daarom is het belangrijk om het water wat je gebruikt om je planten te bewateren eerst op kamertemperatuur laat komen.
Op deze manier zorg je ervoor dat ze wel het water krijgen, maar niet kapot gaan aan de kou.