De Perzische tuin is het eindresultaat van 3000 jaar evolutie in het maken van tuinen. Al vanaf de vroegste beschavingen in het Midden-Oosten stond het groen van de tuin als symbool voor veiligheid en heerlijkheid. De Perzische tuin is een typische paradijstuin. Zoals een oase een verfrissing is midden in de woestijn, zo moest de door de mens gemaakte tuin ook zijn. Het Nederlandse woord paradijs is verwant aan het Oudperzische woord pairidaeza wat ommuurde tuin betekent. Het heeft een wereldwijde invloed gehad, zelfs zo ver weg als de Spaanse tuin.
De volken in de woestijn weten als geen ander hoe waardevol groen, water en schaduw is in de hete zon. Voor hun is een wonderlijke Perzische tuin in het droge zand letterlijk als een hemel op aarde. Ze zorgden goed voor de citrusbomen die niet mogen ontbreken. Er was altijd een waterbassin aanwezig van groot formaat. Met dit grote oppervlakte wilde de heerser zijn macht tonen aan de bevolking, maar daarnaast was het ook een spiegel voor de blauwe lucht en gaf een mooi gezicht. Vervolgens zetten ze er fonteinen neer als opfraaiing.
Een belangrijke keuze in het maken van een Perzische paradijstuin is het opdelen in vier zones. Het gebied deelt men op in vier kwadranten. Elke staat voor een seizoen. De randen zijn vaak met waterwegen versierd. Ook in die tijd hadden ze al veel kennis van irrigatie en irrigatiekanalen. Deze hielden de planten in de Perzische tuin in leven.
Wat zijn bekende Perzische tuinen?
Taj Mahal
Ja, het klopt dat dit niet het hedendaagse Iran is, maar India. Toch is de Taj Mahal een van de meest indrukwekkende Perzische tuinen die er zijn. De tempel wordt zelfs gezien als een van de wereldwonderen. Hier zie je goed wat een groot wateroppervlak doet. Bij een heldere lucht weerkaatst het de lucht van boven. De Mogols probeerden met deze graftombe de overledenen een stuk van het paradijs te geven. Ook op deze grote schaal herken je de vierdeling van de tuin in kwarten. Symmetrie speelt een belangrijke rol, de minaretten, de rechte lijnen in de borders, alles is met een gedacht gebouwd.
Pasargadae
De tuinen van Pasargadae maken ook deel uit van het werelderfgoed. Deze tuinen liggen wel degelijk in het moderne Iran en behoorden vroeger tot het rijk van Cyrus. Zelfs al zijn deze ruïnes eeuwenoud zie je nog steeds de zorg die gestoken is in het irrigeren van de bomen. Het stond vol van de fruitbomen en gold als een ware oase in het dorre landschap. Ook hier zie je de geometrische vormen terug waar ze van hielden om te verwerken in de aanleg van een tuin. Wat de materialen betreft is gekozen voor kalksteen omdat dat makkelijk te bewerken is. In die tijd waren er nog geen gereedschappen die extreem harde gesteenten konden bewerken.
Chehel Sotoun
In de Chehel Sotoun tuin in Isfahan zie je de liefde voor paviljoenen terug. Er stonden er vroeger meer, maar nu is er een over. En wat voor een. Door de combinatie van Chinese, Franse en Iraanse architectuur is een prachtige paviljoen ontstaan. Uiteraard mag de poel water in de nabijheid niet ontbreken.
Het bouwwerk heeft de naam ‘Veertig Zuilen’ omdat de twintig zuilen die het heeft, verdubbeld worden door de weerspiegeling van het water. Hier zien we dus weer de praktische kant van een groot wateroppervlak in de Perzische tuin. Echter wordt deze term vaker gebruikt voor andere gebouwen met verschillende aantallen zuilen. Sommige geleerden beweren zelfs dat in de tijd van Abbas, de heerser die het toen heeft aan laten leggen, het weldegelijk veertig zuilen had. Maar door een brand is een stuk van het gebouw kapot gegaan en deze zuilen zijn daarna nooit opnieuw opgebouwd.
Ook deze plek valt onder het werelderfgoed van UNESCO. Als begroeiing zie je een veelvoud aan plataanbomen.
Welke planten gebruik je in een Perzische tuin?
Wat betreft de planten gebruik je in een Perzische tuin voor geurende planten. De mooi kleuren hebben de voorkeur, maar het moet vooral lekker ruiken. Ze wilden alle zintuigen prikkelen wanneer je de tuin instapt. Vaak waren de planten en bloemen die in de vier kwadranten stonden lager geplaatst dan de paden. Dit zorgde ervoor dat je de geuren goed kon ruiken. Zeker op de hete dagen wanneer de zon erop schijnt stijgt de lucht direct naar boven.
De Perzen hielden van een eetbare tuin. Dit betekent dat er planten en bomen staan waarvan je de vruchten kan eten. Goede voorbeelden hiervan zijn de citrusbomen die niet mogen ontbreken. Verder vind je er dadelpalmen, granaatappels en rozemarijn. Bovendien bieden deze ietswat hogere bomen de nodige schaduw om lang in de buitenlucht te kunnen vertoeven. Ook het water wat stroomt door de Perzische tuin zorgt voor de nodige verkoeling.
Welke stenen gebruik je in een Perzische tuin?
Stenen zijn de kers op de taart in een Perzische tuin. Al in het oude Perzië wisten ze indrukwekkende bouwwerken te maken met de kennis van architectuur. Dit brengt ons bij de galerijen die de binnenplaats omringen. Een typische paradijstuin is een tuin die verscholen ligt binnen de muren. Als je het gebouw inloopt zie je pas dat er een tuin ligt. Dit geeft niet alleen de nodige schaduw, maar geeft ook de mogelijkheid om een galerij eromheen te bouwen. Deze stijl is tevens kenmerkend voor de Marokkaanse tuin, de riad.
Misschien nog het meest verbazende is dat de vijvers en fonteinen éérst gebouwd worden. Deze passen naderhand namelijk niet meer door de deuren. Later wordt dan eromheen de rest van het gebouw gemaakt. De stenen in een Perzische tuin moeten een bepaalde rust uitstralen. Of dit nu door de symmetrische motieven of wiskundige mozaïeken komt, het gaat erom dat het contrasteert met de chaotische natuur.
De zuilen van de galerij waren zo gemaakt dat ze palmbomen nabootsten. Hierdoor ging het menselijke bouwwerk onopgemerkt op in het geheel van de Perzische tuin.